LES 83
Laten we vandaag deze ideeën herhalen:
1. (65) Mijn enige functie is die welke God mij gaf.
Ik heb geen andere functie dan die welke God mij gaf. Dit inzicht bevrijdt me van alle conflict, omdat het betekent dat ik geen tegenstrijdige doelen hebben kan. Met maar één enkel doel ben ik er altijd zeker van wat mij te doen staat, wat ik zeggen en denken moet. Alle twijfel zal ongetwijfeld verdwijnen als ik erken dat mijn enige functie die is welke God mij gaf.
2. Concretere toepassingen van dit idee kunnen de volgende vorm krijgen:
Mijn waarneming hiervan verandert mijn functie niet.
Dit geeft me geen andere functie dan die welke God mij gaf.
Laat ik dit niet gebruiken ter rechtvaardiging van een functie die God mij niet gegeven heeft.
3. (66) Mijn geluk en mijn functie zijn één.
Alle dingen die van God komen, zijn één. Ze komen uit Eenheid voort en moeten als één worden ontvangen. Mijn functie vervullen is mijn geluk, want beide ontspringen aan dezelfde Bron. En wil ik geluk vinden, dan moet ik leren inzien wat mij gelukkig maakt.
4. Enkele nuttige, specifieke toepassingsvormen van dit idee zijn:
Dit kan mijn geluk niet scheiden van mijn functie.
De eenheid van mijn geluk en functie blijft hierdoor volledig onaangetast.
Niets, ook dit niet, kan de illusie rechtvaardigen dat geluk los van mijn functie staat.