Wil je welbehagen?
“Laat me je iets voorlezen uit een blauw boek. Het gaat om maar één zin, zo krachtig, prachtig en bemoedigend.
“De kinderen van God verdienen het volmaakte welbehagen dat voortkomt uit volmaakt vertrouwen.”
T2.III.5:1
Punt. Dat is alles! Voel je je aangesproken?
“De kinderen van God“, daar begint het.
De Cursus bedoelt ieder van ons: wij, die Zijn scheppingen zijn. Wij zijn de kinderen van God, en we verdienen volmaakt welbehagen.
“… verdienen…”!
Er is hier geen sprake van verdienen zoals wij dat gewoonlijk zien: je moet iets doen, en dán… Je moet iets verrichten, iets presteren, het moet succesvol aflopen, en dán…
Dat is het dus niet. Hier staat:
“De kinderen van God verdienen …”
Verdienen betekent hier: het is al helemaal klaar, want ik ben een kind van God. Aan de voorwaarden is voldaan. Heb je het in beeld? Je hoeft niets te doen om het te verdienen!
“[Ze] verdienen het volmaakte welbehagen… ”
Dat je een schepping van God bent geeft je meteen toegang tot “volmaakt welbehagen”. Geweldig.
Maar, er wordt een conditie aan verbonden. Het vraagt iets van je: een staat van zijn die aan de orde is, wil je dit ervaren:
“… volmaakt welbehagen dat voortkomt uit volmaakt vertrouwen.”
Dat vertrouwen is een staat van zijn. Een wonderstaat! En daar ligt de sleutel, in jouw hand.
Dit zal jouw aandeel zijn, volmaakt vertrouwen. Dat is dus iets waarin we zelf betrokken zijn, iets wat ons te doen staat. Volmaakt welbehagen hoeven we niet te ‘doen’, dat ‘fixen’ we niet even, maar volmaakt vertrouwen vraagt om onze persoonlijke toewijding, onze inzet. Het vraagt om een besluit van onze kant.
En dan is het woord ook nog eens “volmaakt”! Als je tenminste volmaakt welbehagen wilt… Hier zou je een lijn van kunnen maken, die je door kunt trekken. Dan geeft een beetje vertrouwen je al iets van welbehagen, méér vertrouwen méér welbehagen, groot vertrouwen groot welbehagen, en dan volmaakt…
Het komt neer op een geoefende openheid. Een gegroeide zekerheid. Je hebt ergens te beginnen! De rest komt. Oefen je in vertrouwen. De moeite waard.
Het citaat heeft trouwens twee sterke zinnen als vervolg, die het plaatje compleet maken. Als je wilt, kijk maar in het blauwe boek.”