Welkom in de wonderstaat
Maandelijks komen Cursusstudenten op verschillende plaatsen in Nederland en België bijeen, om een dagdeel samen met Koos Janson en zijn vrouw Doris geïnspireerd te worden tot een nieuwe staat. Hier een interactief fragment uit zo’n bijeenkomst.
“Diep in jou is alles wat volmaakt is, klaar om door jou heen naar de wereld uit te stralen.”
W41.3:1
[space size=3]
“Niemand zit op mij te wachten.”
Ik geloof regelmatig dat niemand op mij zit te wachten.
Daar zeg je veel mee. Kun je meer vertellen?
Ik ben gewoon bang teveel te zijn. Dus neem ik geen contact op.
Heb je een voorbeeld? Denk je aan een situatie waarin je een contact niet aandurft?
Ik vind het lastig om spontaan ergens naartoe te gaan.
Geef een voorbeeld van ‘ergens’?
Ik ga het zó uit de weg, ik heb niet eens een voorbeeld…
In de Cursus wordt gesteld dat illusies altijd specifiek zijn, en dat de correctie van illusies het best werkt in een specifieke context. (T4.VII.1) Dus, kun je een situatie vinden waar dit speelt: niemand zit op mij te wachten?
Ik ken vrouwen die een centrum runnen. Gewoon fantastisch. Ik merk dat ik niet durf aan te bieden dat ik daar best actief wil zijn.
Ze kunnen je missen, denk je. Je wilt daar graag zijn, contact maken, maar dit houdt je tegen.
Ja.
Als volgens ons niemand op ons zit te wachten, lijkt het alsof dat over óns gaat. In feite projectéren we op anderen. Hoe zien we anderen dan?
De ander is beter dan ik.
Hoe denkt de ander over ons, als die niet op ons zit te wachten?
Dat je niemand bent.
‘Niet veel zaaks!’ Zo denkt een ander dan?
Ja.
Zie nu de projectie. Geven en ontvangen zijn één, stelt de Cursus. Ik projecteer in de ander dat hij mij niet de moeite waard vindt. Ik gééf dat idee als het ware aan de ander. Dat geprojecteerde idee ontvang ik nu zelf, en versterk ik in mijzelf.
Ik heb eigenlijk last van mezelf…
Als ik meen dat anderen zo over mij denken, gaat dat mijzelf veel pijn doen. Onze kijk op onszelf zou ook ánders kunnen zijn: iederéén is op mij aan het wachten! Sommigen van hen weten dat misschien nog niet…
Mag je dat denken?
Goeie vraag! Wat vind je?
Misschien wel, omdat we oké zijn.
Omdat je oké bent. Omdat we niet minder dan goddelijk zijn. Zo zijn we geschapen: goddelijk. Dit is niet een flauw spelletje waarin we onszelf opblazen tot iets. We zijn iets! Wij zijn een schepping van God. Dáárom zit iedereen op ons te wachten. Niet zozeer op onze persoonlijkheid, maar op wat door die persoonlijkheid heen van ons kan uitstralen. Wie ben ik? Liefde! Dat is de kwestie. Als we zo kijken, kun je met een gerust hart stappen zetten naar anderen. Je biedt een ander jouw Zelf aan.
Wat mij net te binnen schiet is de angst dat God niet op mij zit te wachten.
God zit wél op ons te ‘wachten’. In de Cursus wordt zelfs het beeld gegeven: God smacht naar ons. Dat is natuurlijk beeldspraak. Het is niet zo dat God in één of andere verre hemel ongelukkig zit te zijn omdat wij niet binnen willen komen. De symboliek is: je bent zó welkom om terug te keren naar je oorspronkelijke staat van zijn, de liefde die je bent!
Je vindt dat prachtig terug in het bijbelverhaal dat je ook in de Cursus aantreft (T8.VI.4), het verhaal van de ‘verloren’ zoon, die eigenzinnig zijn thuis verliet, en later dacht: ‘Ik ben niet meer welkom.’ Zijn vader stond wél op de uitkijk. En toen hij hem zag, rende hij naar hem toe. Die vader rénde. Wat een symboliek!
Ja.
Zó welkom zijn wij dus. Iedereen is op ons aan het wachten! Ze wachten misschien niet letterlijk op onze ‘hoogsteigen’ persoon, dat is het egoverhaal. Maar beslist: iedereen staat op de uitkijk naar de liefde die ik ben. Laat me die liefde leren uitdrukken. De Cursus helpt je daarbij.
Ik kan er anders in gaan staan.
Iedereen kent dit. Doe ik er wel toe? Ben ik oké? Willen ze me? Twijfel niet aan jouw Zelf! Sluit vrede met je persoonlijkheid, die niet volmaakt is. Maar durf toe te staan dat prachtige liefde zich door jou heen uitdrukt. Dat ben jij.