Vraag om wonderen…

Koos-met-boek-vrijstVraag om wonderen…

“Ik ga je iets heel eenvoudigs voorlezen uit een blauw boek. Het is zó eenvoudig dat je het over het hoofd zou kunnen zien.

Het staat in een Werkboekles 77: ‘Ik heb recht op wonderen.’

Daar vind je twee simpele zinnen, je zou er zó overheen kunnen lezen, maar het is boeiend om er een ogenblik bij stil te staan.

‘Vraag om wonderen in iedere situatie die dit verlangt. Je zult die situaties herkennen.’

 

W.77.7:4-5

Stel je voor: je hebt een grote balk, hij is echt te groot en je wilt twee kleine. Je staat met die balk in je armen, je wilt twee kleine. Voor iedereen ligt het voor de hand… Neem een zaag!

Wát als het niet in je opkomt en je blijft daar staan met dat zware ding in je armen? Je kunt een beetje trekken en duwen, maar dat zal zo niet werken.

Wat als je niet in de gaten hebt dat je in een situatie bent die een wonder verlangt, en je blijft gewoon staan met ’dat zware ding’ in je situatie? Te groot voor je?

De Cursus spreekt ons daarop aan: vráág toch om wonderen en herken de situaties die daar geschikt voor zijn, die daar bedoeld voor zijn. ‘Je zult die situaties herkennen.’

Het is zo eenvoudig, dat je hieraan voorbij zou kunnen zien.

Maar het is een sleutel en de Cursus is bestemd om ons te oefenen, zodat we er goed in worden de sleutel te gebruiken: ‘Hé, dit heeft een wonder nodig.’ Dat is alles!

Die balk is niet het probleem. De zaag niet kennen en niet weten te vinden, dát is de kwestie.

Benut iets waar het voor bedoeld is. ‘Vraag om wonderen in iedere situatie die dit verlangt.’

Kijk zo naar wat je vandaag tegenkomt. Vraag om wonderen.”