Ook nu is er alle hoop
“Ik wil je zo graag iets voorlezen uit een blauw boek! Het staat in een passage achter in het Tekstboek. Het gaat om maar één zin. Hij heeft ons veel te vertellen:
Telkens wanneer jij een probleem voor jezelf houdt om het op te lossen, of oordeelt dat het er een is waarvoor geen oplossing bestaat, heb je het groot gemaakt, en buiten het bereik geplaatst van alle hoop op genezing.
T26.II.5:7
Dit is – zoals altijd in de Cursus – louter bemoedigend bedoeld. Het wil helemaal niet zeggen je doet het niet goed. Integendeel, jij ervaart een probleem, en ook nu is er…
… alle hoop op genezing.
‘Genezing’ is hier het contrastwoord met problemen. Als je problemen ervaart, weet dan dat dit (1) zéker (2) hélemaal goed komt! Dat is de strekking.
Maar, leren we hier van de Cursus, er zijn nu twee dingen die je in beeld moet houden. En laten we die nog een keer nader bekijken.
Telkens wanneer jij een probleem voor jezelf houdt om het op te lossen,
dan is er géén hoop op genezing. Als je een probleem voor jezelf houdt. In de Cursus heeft dit een belangrijke ondertoon die we voortdurend tegenkomen. Gaan we proberen het zelf op te lossen, eenzaam en op eigen houtje, dat wil zeggen met onze eigen beperkte mogelijkheden? Of hebben we meer vertrouwen in wat de Cursus ‘de waarheid’ noemt, die allesomvattende werkelijkheid, waar liefde de oplossing voor alles is?
De Cursus stelt het ook wel in een prachtige vraag: wil je gelijk hebben of wil je gelukkig zijn? Als je een probleem voor jezelf houdt om het eigenhandig op te lossen, dan wil je vooral gelijk hebben. Dan zeg je: I’ll do it my way.
De suggestie in deze passage is: doe dat maar niet. Probeer het maar niet vanuit je beperkte blik en met je begrensde mogelijkheden op te lossen.
Heb je een probleem, hou het dus niet voor jezelf. Geef het over! Vertrouw de inspiratie van de liefde in jou, je Innerlijke Leraar. Dat is één tip die we hier krijgen.
Er volgt nog een tweede goeie raad in verband met je probleem:
of oordeelt dat het er één is waarvoor geen oplossing bestaat…
Als we op de gedachte komen: het is hopeloos, nu kunnen we niet verder, dit wordt nooit meer wat. Als dát ons besluit is, dan zijn we opnieuw bezig met gelijk willen hebben en niet met gelukkig zijn. Dan hebben we het probleem groot gemaakt. Zonder dat we zelf mee groeiden! En dan worden wij daar klein van. Buiten alle bereik van een oplossing. En we hebben zeker geen gelijk. We zijn niet klein! We zijn liefde, en die is groots en door-en-door krachtig. Opgewassen tegen elk probleem. Vertrouw de inspiratie die in je opwelt als je de liefde in jou een kans geeft.
Hoor het nu nog een keer van de andere kant. Als je die twee dingen nu níet doet, eenzaam vechten en geloven in machteloosheid, dan:
… alle hoop op genezing.
Is dat niet bemoedigend? Twee dingen niet doen en dan alle hoop.
Je zou zeggen: laten we daarvoor gaan, vandaag nog.”